Focus op vijf gegevensuitwisselingen

In nauw overleg met het zorgveld heeft het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) een meerjarenagenda opgesteld met gegevensuitwisselingen die geschikt zijn om als eerste elektronisch te verlopen. Op deze Meerjarenagenda Wegiz staan in totaal vijf gegevensuitwisselingen:

  1. Medicatieoverdracht
  2. Basisgegevensset Zorg (BgZ)
  3. eOverdracht
  4. Beeldbeschikbaarheid
  5. Acute zorg

Deze gegevensuitwisselingen zijn geprioriteerd. Dat betekent dat ze onder de Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg (Wegiz) als eerste moeten worden uitgewisseld.

Generieke functies

Wie krijgt toegang tot medische gegevens? Waar staan de gegevens van de cliënt of patiënt? Dit zijn voorbeelden van vragen die bij alle gegevensuitwisselingen in de zorg beantwoord moeten worden. Om dat te doen, zijn generieke functies nodig. Dit zijn afspraken, standaarden of voorzieningen die landelijk nodig zijn om het vinden en beschikbaar maken van patiëntengegevens te realiseren. 

In samenspraak met zorgpartijen zijn zes generieke functies aangewezen die als eerste nodig zijn voor uitwisseling onder de Wegiz:

  1. Identificatie cliënt en zorgverlener (Wie ben je?)
  2. Authenticatie (Ben je wie je zegt dat je bent?)
  3. Lokalisatie (Waar staan de gezochte gegevens?)
  4. Toestemming (Is de patiënt of cliënt akkoord met het delen van de gegevens?)
  5. Autorisatie (Welke gegevens mag je inzien?)
  6. Adressering (Wat is het digitale adres waar de gegevens staan en waar ze heen moeten?)

Ontwikkeling NEN-normen

Voor de eerste vier generieke functies heeft VWS opdracht gegeven om een NEN-norm te ontwikkelen. In een NEN-norm worden eisen gesteld aan de generieke functie. Op basis van die norm kunnen verschillende oplossingen voor generieke functies worden ontwikkeld waardoor alle organisaties en systemen met elkaar kunnen communiceren.