Mariëtte Willems: ‘ICT moet op de achtergrond ondersteunen’
In dit interview spreken we Mariëtte Willems, huisarts en voorzitter van het CMIO Netwerk Eerste Lijn. We vragen haar naar de grootste uitdaging wat betreft informatievoorziening.
Een CMIO is een ‘chief medical information officer’. “Dat zijn artsen, medisch specialisten, huisartsen, revalidatieartsen en andere artsen die meer weten van ICT binnen hun organisatie en die daarin een strategische rol vervullen”, zegt Mariëtte.
Wat is binnen het CMIO Netwerk de grootste uitdaging rondom informatievoorziening?
“Een van de belangrijke uitdagingen op dit moment is de verwerking van de toenemende hoeveelheid gegevens die wij ontvangen. Huisartsen verwerken gegevens vaak handmatig, waardoor het veel tijd kost. We missen ook gegevens. Onze angst is dat we steeds verder overspoeld worden door informatie wanneer er niet binnenkort prettige overzichten komen, of slimme signalering. Uiteindelijk willen we een zo goed mogelijk contact tussen de dokter en de patiënt en daar moet de technologie ondersteunend aan zijn.
Ik geef een voorbeeld. Als een patiënt is ontslagen uit het ziekenhuis dan krijgen wij een brief. Het systeem herkent vaak wel bij welke persoon de brief hoort, maar de overige informatie niet. Dus moeten we een samenvatting handmatig knippen en plakken naar ons systeem. Wanneer iemand buikpijn had en dit bleek in het ziekenhuis darmkanker te zijn, dan pas ik dat handmatig aan. En dan heb ik het nog niet eens over de operatieve verrichting die heeft plaats gevonden. Het zou handiger zijn als dit niet via een brief, maar direct in mijn systeem terecht zou komen vanuit het ziekenhuis.”
Zijn er geen handige overzichten?
“De computer neemt in deze tijd een centrale positie in. Veel mensen klagen dat de dokter de hele tijd naar het scherm kijkt, in plaats van naar de patiënt. Ik zou willen dat de pc minder centraal komt te staan, en dat die ons beter ondersteunt op basis van het gesprek dat we voeren. Dat de computer bijvoorbeeld automatisch een samenvatting van het gesprek geeft, en dat ik het alleen maar hoef te controleren en op te slaan.
Als huisarts ben ik vaak een spin in het web rond de hulpverlening aan een patiënt. En toch is het moeilijk om een goed overzicht te hebben van alle informatie die er van iemand is. Ik heb één medisch overzicht nodig met alle informatie bij elkaar, en dat is er nog niet.”
Hoe denk je dat de NVS hieraan kan bijdragen?
“We zullen in de gegevensopslag data en functionaliteit van elkaar moeten scheiden. Een van de redenen waarom we nu telkens informatie handmatig overzetten is dat we met zijn allen geen duidelijke standaarden hebben afgesproken. Elke leverancier die wat met medische gegevens doet, slaat die gegevens weer op een andere manier op.
De NVS biedt handvatten om concrete stappen in standaardisatie te zetten. In mijn ogen is de infrastructuur het belangrijkste. We moeten landelijk een duidelijke doelarchitectuur neerzetten zodat alle gegevens overal beschikbaar kunnen zijn.”
Heb je een oproep aan bestuurders in de zorg?
“Ik wil mensen adviseren om van hun eilandje af te stappen om gezamenlijke doelen te stellen en te realiseren. Uiteindelijk moet vooral voor de patiënt informatie overal beschikbaar zijn. Dat betekent misschien dat iets op jouw specifieke domein even iets minder goed werkt, maar kijk naar het grotere geheel. We hebben grote uitdagingen als het gaat om het zorgpersoneelstekort en dat wordt de komende decennia nog erger. Als we nu niet in actie komen dan blijven we bezig met handmatig kopiëren van gegevens.”
Wat zijn jouw persoonlijke motieven om dit werk te doen?
“Als ik kijk naar wat je met gewone consumentenapplicaties kunt, en wat we in de zorg aan apparatuur gebruiken, zie ik een enorm verschil. We kunnen het veel veiliger en prettiger hebben als we beter worden ondersteund door ICT. Dan kan er ook meer tijd komen voor het gesprek met een patiënt. Ik vind het heel bijzonder om te weten wat er allemaal speelt rondom iemand. Dat kan vaak nog veel beter, zeker als ik niet de hele tijd achter de computer hoef te zitten voor het overzetten van gegevens. Empathie is belangrijk. Ik wil kunnen luisteren naar een patiënt.”