Mandy Vrugteveen: ‘School verpleegkundigen bij in dataregistratie’
Vanuit het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport werken we aan de Nationale Visie en Strategie op het gezondheidsinformatiestelsel (NVS). In dat kader vragen we een aantal sleutelpersonen in de zorg naar hun grootste uitdagingen wat betreft informatievoorziening. In dit interview spreken we Mandy Vrugteveen, verpleegkundige op de afdeling neonatologie en Chief Nursing Information Officer (CNIO) bij het Maasstad Ziekenhuis. We vragen haar naar de grootste uitdaging op het vlak van informatievoorziening in haar organisatie.
Het Maasstad Ziekenhuis is een topklinisch opleidingsziekenhuis - met 600 bedden - in Rotterdam-Zuid. “Het is een dichtbevolkt gebied met veel diversiteit in mensen en veel verschillende nationaliteiten”, zegt Mandy Vrugteveen. “We werken als zeven topklinische ziekenhuizen in Santeonverband verspreid over heel Nederland, waarbij we elkaars patiënten kunnen monitoren.”
“Ik werk nu 27 jaar in dit ziekenhuis en er is in de loop der jaren veel verbeterd. Vroeger kregen we allerlei technologie binnen en dan moesten we daar maar mee werken. Dat is nu andersom. We kijken naar het verpleegkundige proces en hoe we de patiënt beter kunnen ondersteunen zodat die bijvoorbeeld sneller naar huis kan of verder kan op de juiste plek voor de juiste zorg.”
Wat is bij jullie de grootste uitdaging op het gebied van informatievoorziening?
Als CNIO ziet Mandy dat de vastlegging van data in het EPD (elektronisch patiëntendossier) beter kan.
“We verzamelen allerlei gegevens over bijvoorbeeld iemands voeding, gezondheid, leefregels, sociaal netwerk, hoe iemand met medicatie omgaat en of er thuiszorg wordt gegeven. We zouden dit idealiter één keer moeten vastleggen om dit vervolgens te kunnen hergebruiken. Patiënten zeggen vaak: dat heb ik al drie keer verteld. Daar ligt een grote uitdaging op dit moment.
We hebben verder eenheid van taal nodig. Als iedereen op dezelfde manier dingen vastlegt en daarbij ook dezelfde taal gebruikt en de juiste velden om te registreren, dan is data beter uitwisselbaar. Zo kun je voorkomen dat alle activiteiten van een dag in één platte tekst in het systeem getypt worden. Het vak ICT zit niet in verpleegkundige opleidingen en techniek interesseert verpleegkundigen minder. In het Maasstad Ziekenhuis willen we methodisch en eenduidig werken en verslagleggen. Daarvoor gebruiken we een methodiek: Carpenito. Een systematiek van verpleegkundige diagnoses, doelen en interventies waarbij meer gericht verpleegd en gerapporteerd wordt. Wij starten hiermee op 15 december en op dit moment zijn we met scholing van de verpleegkundigen bezig.”
Wat zijn de belangrijkste actiepunten om de visie te realiseren?
“Hoe krijg je het voor elkaar dat je informatie doorzet naar een ander ziekenhuis, naar de thuiszorg of naar een verpleeghuis? Veel gaat nu met een pdf of geprint. Landelijk zijn er veel verschillende EPD’s en apps in gebruik. Dat maakt uitwisselen van patiëntgegevens ingewikkeld.
We kunnen vaker de handen ineenslaan met EPD-leveranciers. Zodat we hetzelfde doen, gemakkelijk gegevens kunnen uitwisselen en elkaar kunnen vertrouwen in de data. Dat een arts van ons ziekenhuis een patiënt kan overdragen aan Erasmus MC zonder dat de vragen die hier al zijn gesteld, herhaald worden.”
Waartoe zou je bestuurders in de zorg willen oproepen?
“Ga voor eenheid van taal. Dat geeft een enorme boost aan de kwaliteit van patiëntenzorg.
Het zou fijn zijn als we kunnen vertrouwen op de data die een collega heeft vastgelegd. Het begint met verpleegkundigen onderling en specialisten onderling. Ook is het mijns inziens nodig dat er gekeken wordt naar de scholing die nodig is. Want de verpleegkundige beroepsgroep verandert sterk en de inhoud van het vak ook. Technologie kan helpen om de patiënt de juiste verzorging te geven.
In het Radboud hebben ze een pilot gedaan waarbij je de patiënt continu monitort zodat je eerder weet wanneer een patiënt verslechterd en daarop kunt handelen. Dat zijn van die dingen die ziekenhuizen onafhankelijk van elkaar onderzoeken en bekijken op de beste werking. Terwijl je eigenlijk allemaal hetzelfde wil. Je kunt ook oplossingen met elkaar delen, dit doen we al in Santeonverband.”
Wat is jouw persoonlijke drijfveer om dit werk te doen?
“Toen ik op de havo zat had je het medische televisieprogramma Vinger aan de Pols met Ria Bremer. In die afleveringen lieten ze te vroeg geboren baby’s zien en de zorg daaromheen. Die medische wereld sprak me aan en dat wilde ik doen! Het is fijn om de ogen en oren van zo’n patiëntje te zijn. Ik begeleid de ouders tot ze naar huis gaan met hun baby. Dat vind ik heel leuk om te doen. Het zou fijn zijn als ze vervolgens bij het consultatiebureau ook goed op de hoogte zijn van wat er is gebeurd. Dat kan nog veel beter. Als CNIO wil ik mij inzetten voor het verbeteren van de kwaliteit van zorg, waarbij data en digitale zorg een cruciale rol spelen.”