Medicatieveiligheid
Medicatiegegevens worden conform de richtlijn en bijbehorende informatiestandaarden “Overdracht van medicatiegegevens in de keten” uitgewisseld, waarbij in voorkomende gevallen een met de patiënt afgestemd actueel medicatieoverzicht beschikbaar is.
Informatiestandaard Medicatieproces
Wekelijks worden in Nederland meer dan 1.200 mensen in het ziekenhuis opgenomen door medicatie-incidenten. Bijna de helft hiervan is vermijdbaar: ruim 27.000 ziekenhuisopnamen per jaar. Beter inzicht in medicatiegegevens kan een groot deel van deze opnamen voorkomen en onnodig menselijk leed besparen. Daarom heeft het Informatieberaad opdracht gegeven tot het ontwikkelen van een zorgbrede Informatiestandaard Medicatieproces: de standaard voor betere digitale vastlegging en uitwisseling van medicatiegegevens tussen zorgverleners onderling en zorgverleners en patiënt.
Wat is het probleem?
Zorgverleners hebben actuele medicatiegegevens nodig om patiënten goede zorg te bieden. Informatie over medicatie is opgeslagen in systemen van verschillende zorgverleners zoals de huisarts, apotheker, specialist, tandarts of psychiater. Medicatiebehandelingen zijn vaak aan elkaar gerelateerd, terwijl actuele gegevens onvoldoende worden uitgewisseld. Denk bijvoorbeeld aan wijzigingen in doseringen, het eerder stoppen of juist langer toedienen van medicatie. Hierdoor hebben zorgverleners geen compleet beeld van de medicatie van een patiënt.
Betere patiëntveiligheid
De Informatiestandaard Medicatieproces gaat voor het registreren en uitwisselen van medicatiegegevens uit van de vier stappen van het medicatieproces: voorschrijven, verstrekken, toedienen en gebruik. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen therapeutische en logistieke gegevens. Dit heeft als voordeel dat in het medicatieoverzicht duidelijk wordt wat de arts heeft voorgeschreven, gewijzigd of gestopt, wat de apotheek op basis daarvan heeft geleverd en wat de patiënt daadwerkelijk gebruikt. Wijzigingen, bijvoorbeeld het onderbreken van medicatie door ziekenhuisopname, het stoppen met een medicijn vanwege een allergie of het later starten omdat een middel niet gelijk bij de apotheek is opgehaald, worden op die manier zichtbaar. Zo zorgt de standaard voor efficiëntere uitwisseling van medicatiegegevens en betere patiëntveiligheid.