“Wat mij betreft gaat eenheid van techniek voor eenheid van taal”
Deze week belichten we het thema standaardisatie vanuit de ouderenzorg. We praten daarvoor met Aline Poolen. Zij was eerder 13 jaar verpleegkundige en is nu eindverantwoordelijk bestuurder van ZorgAccent, een grote ouderenzorgorganisatie in Twente. En ze zit in het bestuur van ActiZ, de branchevereniging voor zorgorganisaties in onder andere de ouderenzorg en thuiszorg.
Hoe kom je in je organisatie in aanraking met eenheid van taal en techniek?
“Bij ZorgAccent werken zo’n 2.800 professionals in verpleeghuizen en in de wijkverpleging. Zij hebben veel te maken met overdrachten vanuit andere zorginstellingen. Daarom is het voor hen heel belangrijk dat ze op het juiste moment over de juiste informatie kunnen beschikken. En dat ze de taal in de overdrachten begrijpen.“
Welke uitdagingen of kansen zie jij als het om eenheid van taal en techniek in de ouderenzorg gaat?
“Onze artsen geven vaak aan dat er in SNOMED CT (een soort groot medisch woordenboek, red.) nog geen terminologieën zijn voor ziektebeelden en stapelingen van ziektebeelden die specifiek zijn voor de ouderenzorg. Maar dat probleem is op te lossen door die begrippen alsnog aan het terminologiestelsel toe te voegen.
We vragen ons wel af hoe je behalve de artsen ook de 500.000 verplegers en verzorgers in Nederland meekrijgt in de SNOMED-implementatie. Zij willen namelijk gewoon de handen uit de mouwen steken en hebben het ook nog eens hartstikke druk. Het zou enorm helpen als hiervoor met generatieve AI op een slimme manier een vertaalslag kan worden gemaakt zonder dat het medewerkers tijd kost.
Verder liggen de uitdagingen rondom databeschikbaarheid en standaardisatie vooral bij de wijkverpleging. Daar vindt de meeste uitwisseling plaats met andere zorgverleners, zoals ziekenhuis, huisarts en apotheek. Daarbij is in de ouderenzorg ook de manier van begeleiden en benaderen van zorgvragers heel belangrijk. Vaak is het brein van onze zorgvragers beschadigd en beperkt. Welbevinden speelt dan een belangrijke rol: hoe voelt iemand zich? En hoe kan iemand het beste begeleid worden? Dat soort ‘zachte’ informatie lijkt mij niet eenvoudig te standaardiseren. We zijn daarom vanuit ActiZ bezig met een impactanalyse om bijvoorbeeld uit te zoeken welke gegevens onze medewerkers echt volgens vaste medische terminologie moeten vastleggen, en welke informatie ze in vrije tekst moeten kunnen vastleggen.”
In een van de andere interviews zei iemand juist: we moeten naar zo min mogelijk vrije tekst.
“Als je een dagje in een verpleeghuis of met de wijkverpleging zou meelopen, zou je zien hoeveel facetten er aan dat werk zijn die niet in vaste woorden of begrippen zijn te vatten. Hoe iemand zich voelt bijvoorbeeld, kan veel impact hebben op het soort zorg of verpleging dat diegene nodig heeft. En voor dat gevoel bestaan er geen standaard bewoordingen.”
Hoe zie jij eenheid van taal en techniek in de ouderenzorg in de toekomst graag voor je?
“Wat je uiteindelijk wilt is databeschikbaarheid: de beschikbaarheid van de juiste data voor de juiste persoon op het juiste moment. Dus dat bijvoorbeeld een wijkverpleegkundige direct in een ziekenhuisdossier kan zien wat iemands bloeddruk is en welke medicatie gebruikt moet worden. Wat je nu ziet is dat informatie vaak nog ontbreekt of handmatig moet worden overgetypt. Daardoor kan er van alles misgaan. Onze medewerkers ondervangen dat meestal door navraag te doen bij ziekenhuis, apotheek of huisarts. Maar dat kost veel tijd en frustratie. En dat terwijl we al met een enorm arbeidsmarktekort zitten en de zorgvraag onder andere door de vergrijzing stijgt.
Wat mij betreft gaat eenheid van techniek daarom voor eenheid van taal. Laten we eerst zorgen dat systemen op elkaar aansluiten, zodat niemand meer informatie handmatig moet overzetten. En daarna zo snel mogelijk ook zorgen dat iedereen dezelfde taal spreekt - liefst via AI - zodat gezondheidsinformatie nog maar op een manier te interpreteren is.”
Heb je nog tips voor regienemer VWS?
“Ik zei het eigenlijk net al: ik denk dat we met elkaar goed moeten kijken naar de prioriteiten. Er moet al zoveel gebeuren. In april kwam Nictiz met het advies om SNOMED CT in gebruik te nemen. Maar we werken bijvoorbeeld ook aan eOverdracht, iMedicatie, Mitz en de generieke functies. Als je niet goed prioriteert en in een onlogische volgorde werkt, raak je de mensen op de werkvloer kwijt. Zij hebben door de grote werkdruk en de krapte op de arbeidsmarkt al genoeg aan hun hoofd.
En in het verlengde daarvan: neem ook eens wat vaker een kijkje in de praktijk. Dan zie je waar de behoeften van burgers en hun naasten liggen. En hoeveel ballen ouderenzorgmedewerkers al hoog moet houden om hun werk goed te kunnen doen. Alleen door dat echt eens mee te maken, kun je samen werken aan databeschikbaarheid.”