Hybride zorg in de praktijk: hoe Thebe innoveert in de ouderenzorg

"Wij helpen ouderen om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven. Dat doen we door de nadruk te leggen op Zelf, Thuis & Technologie." Zo trapt Thebe-bestuurder Jef Mol op 3 september het werkbezoek af van de IZA-werkgroep Hybride zorg aan woonzorgcentrum Park Stanislaus in Moergestel. Thebe levert wijkverpleging, specialistische zorg, thuisbegeleiding en dagbesteding aan ouderen in 19 gemeenten in West- en Midden-Brabant. Met 25 woonzorgcentra en 140 wijkteams is het een grote speler en een drijvende kracht voor innovatie in het veld. Jef: “Bij ons betekent zorgen niet dat we je alles uit handen nemen, maar dat we je ook het plezier gunnen om dingen zelf te doen. Als visiegedreven organisatie dragen we dat ook uit. Door een warm welkom voor onze medewerkers en cliënten. Door steeds in dialoog te blijven met onze medewerkers. En door vernieuwend te zijn en daarin de toon te zetten.”

Innovatie vereist een goede voedingsbodem

Robert van Berkel, programmamanager Thebe Leert & Innoveert, is er om die vernieuwing bij Thebe aan te jagen. Tijdens zijn presentatie legt hij uit hoe Thebe werkt aan een gunstig innovatieklimaat. “Als je een innovatieve organisatie wilt zijn, moet je niet focussen op de innovaties op zich, maar op het creëren van een voedingsbodem waarin mensen bereid zijn om nieuwe dingen te proberen.”

Met communicatie mensen meekrijgen

Ter bevordering van het innovatieklimaat stelde Thebe een aantal ‘versterkers’ vast. Innovatief leiderschap is er een van. Een innovatief netwerk van collega’s die elkaar opzoeken om uitkomsten en successen van innovaties te delen. Het aanwijzen van innovatieversnellers, collega’s die vanuit eigen motivatie dingen anders doen en een voortrekkersrol kunnen vervullen. En – heel belangrijk, aldus Robert: communicatie. “Want als je organisatie zo groot is als de onze moet je goed bedenken hoe je relevante informatie bij de mensen brengt die die informatie nodig hebben. Voor veel collega’s is innovatie toch nog een ver-van-mijn-bed-show.”

Alleen innovaties met meerwaarde voor de organisatie

Een andere belangrijke versterker van innovatie bij Thebe is het gebruik van een trechtermodel of ‘funnel’ om innovaties te toetsen. Hierbij wordt elk innovatievoorstel via een aantal fases van idee naar uitvoering gebracht. Robert: “Daarbij leggen we elk voorstel op een aantal vaste momenten langs onze drie leidende principes: leefplezier voor de bewoners, werkplezier voor de medewerker en geldplezier voor de organisatie. Schiet een voorstel op enig moment op een van die punten te kort? Dan zetten we het meteen stop.  En het bestuur geeft de finale klap wanneer er wel breed ingezet gaat worden op een bepaalde innovatie. Hierbij hanteren we het pas toe of leg uit principe, zodat aan het eind niemand meer kan zeggen: aan die nieuwigheid doe ik niet mee.”

Innovatieve toepassingen in de praktijk

Een van de innovatieve toepassingen waarop Thebe de funnel toepaste, is de Wolk: een soort boxershort met ingebouwde airbag, die voorkomt dat mensen bij een val hun heup breken. Karin Vink, programmamanager Toekomst van Thebe, vertelt tijdens haar presentatie over de kansen en valkuilen van deze en een aantal andere innovatieve toepassingen in de praktijk. Karin: “De Wolk werd al een aantal jaar met succes ingezet op een aantal locaties in West-Brabant. Toen we de funnel erop toepasten scoorde de Wolk goed op al onze leidende principes: werkplezier, levensplezier en geldplezier. De Wolk past ook bij onze Bedoeling, omdat hij de zelfredzaamheid en veiligheid van onze cliënten vergroot. De conclusie was dan ook dat we de Wolk duurzaam wilden opschalen naar al onze locaties.”

Heupbeschermer wordt vaak niet gebruikt

Maar dat opschalen bleek niet te vlotten. Om erachter te komen hoe dat kwam paste Thebe ‘design thinking’ toe. Tijdens ‘sprints’ - korte, herhalende cycli om ideeën te testen en te verbeteren - werd gekeken wat er misging en gezocht naar oplossingen. Karin: “Wat bleek? Het hele proces, van de levering van de Wolk tot het terugsturen naar leveranciers bij storingen, lag bij de fysiotherapeut. Die was daardoor overvraagd, waardoor de Wolk vaak ongebruikt in de kast bleef liggen.”

De oplossing: een chatbot

Als begin van een oplossing ontwikkelde Thebe Wolk Chat: een chatprogramma op basis van ChatGPT dat het voor Thebe-medewerkers mogelijk moet maken om zelf met de Wolk te werken. Het programma kan bijvoorbeeld vertellen waar materialen liggen en hoe je storingen oplost. Karin: “Wolk Chat loopt nu nog als experiment voor twee locaties in West-Brabant. Maar we hebben het programma in drie maanden ‘live’ gekregen, dus dit laat goed de kracht zien van het werken met sprints. Als de pilot in november is afgelopen, gaan we kijken hoe we het programma in ons hele werkgebied kunnen uitrollen. En onze uiteindelijke droom is een soort digitale collega die onze medewerkers bij het werken met al onze technologische toepassingen kan bijstaan.”

Vergroot afbeelding
Beeld: ©Getty Images

Samen dingen voor elkaar krijgen

Na een korte pauze gaan Karin en Robert in op de lusten en lasten van regionale samenwerking. Belangrijke vragen die samenwerkingspartijen zichzelf en elkaar moeten stellen zijn bijvoorbeeld: hoe houden we overzicht en zorgen we dat we dingen niet dubbel doen, maar elkaar juist versterken? Hoe houden we in een speelveld met grote en kleine spelers respect voor elkaar. En hoe zorgen we dat we dingen voor elkaar krijgen en niet verdwaald raken in een speelveld dat op verschillende niveaus – verzekeraars, GGD’en, ziekenuizen enzovoort – zo versnipperd is?

Succesvol samenwerken is klein beginnen

Een succesvolle samenwerking was het proces dat leidde tot het gebruik in heel Noord-Brabant - en inmiddels in bijna heel Nederland - van de druppelbril. Karin: “Voorheen werd bij mensen met oogproblemen bijna automatisch de thuiszorg langs gestuurd om te druppelen. Dat kostte ons veel productiecapaciteit, terwijl mensen met de druppelbril ook zelf kunnen druppelen. Door – opnieuw vanuit de gedachte van design thinking – te focussen op kleine veranderingen met grote impact, zijn we deze innovatie als regiopartners gezamenlijk op het spoor gekomen.” Robert: En onder leiding van zorgprofessionals lukte het ons om dit hele zorgproces – waarbij onder andere optometristen, huisartsen en apothekers betrokken zijn – ‘bottom-up’ opnieuw in te richten. Dat is echt een primeur. En het laat mooi zien dat je met elkaar dus kunt afspreken: vanaf die datum doen we het zo.”

Productieverlies geen reden om niet te innoveren

Dat de inzet van de druppelbril tot productieverlies leidt, was voor Thebe geen reden om er niet mee door te gaan. Karin: “Nederland vergrijst en de zorgvraag is groot en groeit. We weten dus dat die productiecapaciteit ergens anders wel weer van pas gaat komen. En als medewerkers vragen wat er met hun werk gebeurt, zeggen we: er is werk genoeg, er komt alleen ander werk.”

Je hoeft niet groot te zijn om te kunnen innoveren

Innoveren is volgens Robert niet iets dat alleen is weggelegd voor grote organisaties als Thebe. “Middelgrote en kleine organisaties bundelen vaak hun krachten. En daarbij nemen wij en andere grote spelers de kleinere organisaties graag mee in onze innovaties.” Karin: “Onze campagne voor de druppelbril bijvoorbeeld hebben we logovrij beschikbaar gesteld aan andere organisaties, inclusief toolkit met communicatiematerialen. Je moet elkaar dingen gunnen. En je moet nooit het grotere plaatje uit het oog verliezen: dat we de zorg voor iedereen goed en toegankelijk willen houden.”

Behoefte aan een kartrekker en duidelijke kaders

Na de presentaties volgde er een interactieve sessie. Centraal stond de vraag: Wat mag ik van jou als zorgpartner, verwachten in de komende twee jaar? De discussie toonde een gedeeld besef dat de druk en urgentie voor innovatie in de zorg nog niet overal voldoende wordt gevoeld. De roep klonk om iemand of een organisatie die de kar trekt. En om duidelijke kaders en richtlijnen. Dit onderstreept het belang van concrete afspraken en duidelijke rollen om gezamenlijk vooruitgang te boeken in hybride zorg.

En dat is exact waar de IZA-werkgroep Hybride Zorg mee bezig is: werken aan randvoorwaarden die het veld nodig heeft om innovaties om te zetten naar de praktijk. John Rijsdijk, voorzitter IZA werkgroep Hybride zorg: “Elk kwartaal organiseren we een werkbezoek. Zo verbinden we praktijk en beleid. We geven elkaar inzicht in elkaars wereld en inspireren elkaar.”

__________________________________________________________________________________
De IZA-werkgroep Hybride Zorg
Eind 2022 ondertekenden 14 partijen het Integraal Zorgakkoord (IZA) om de zorg goed, toegankelijk en betaalbaar te houden. De partijen hebben hierin onder andere afgesproken om waar dat kan meer digitale zorg en ondersteuning aan te bieden. Dit noemen we hybride zorg. Uitgangspunten hierbij zijn: zelf als het kan, thuis als het kan en digitaal als het kan. Voor zorgverleners én patiënten is dit vaak een efficiëntere manier van zorg verlenen die de kwaliteit van leven en van zorg vergroot en bijdraagt aan een duurzamere zorg. In de Werkgroep Hybride Zorg werken de IZA-partijen samen om deze doelstellingen te verwezenlijken.

Meer weten?
Heb jij hulp nodig bij het opschalen van hybride en digitale processen? Ga naar Digizo.nu.

Onderstaand een video-impressie van het werkbezoek.

Verslag van het werkbezoek bij Thebe.

♪ LICHT OPZWEPENDE BEAT ♪

In beeld: Logo Rijksoverheid. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Zorg. IZA-werkgroep hybride zorg op bezoek bij Thebe.

VOICE-OVER: Op dinsdag 3 september bezocht de IZA-werkgroep Hybride zorg de VVT-instelling Thebe in Brabant. Ze kregen daar te horen en te zien hoe Thebe de opschaling van zorgtechnologie succesvol in de praktijk realiseert.

ROBERT VAN BERKEL, programmamanager Thebe leert en innoveert: De kracht van ons succes bij innovaties en bij het opschalen zit hem vooral in dat we de werkvloer betrekken. Dus dat we met elkaar bottom-up, top-down, of zoals ik weleens zeg 'hangplant, klimplant'... moeten we elkaar ergens ontmoeten. En daar waar we elkaar ontmoeten, moeten we gaan verbinden en met elkaar vinden: wat helpt jou nou in die primaire zorg? Wat zorgt voor die vernieuwing? En hoe gaan we met elkaar ook oude dingen loslaten? Want dat is een even grote uitdaging.

KARIN VINK, programmamanager Toekomst van Thebe: Succesvolle innovatie is de Momo BedSense, waarbij we monitoren of iemand in bed ligt of uit bed is, of uit bed wil komen, en we daarop kunnen reageren. Dat levert voor de cliënt heel veel extra nachtrust op en voor de medewerker veel meer rust in de nacht.

ROBERT: De Momo BedSense is op zich al een mooie innovatie, maar de manier waarop we hem aan hebben gevlogen, door middel van het door een innovatiefunnel te halen, door middel van met elkaar vast te stellen 'dit gaan we Thebe-breed uitrollen' en daar ook een 'pas-toe-leg-uit-principe' aan te hangen, dat heeft hem heel erg succesvol gemaakt en lukt het ons om zowat alle bedden vol te leggen met de Momo BedSense.

VO: In de praktijk blijkt het niet altijd even makkelijk om innovatieve toepassingen binnen de zorg te implementeren.

KARIN: De kleinere locaties hebben het moeilijker om dat financieel in te zetten. Daarvan hebben we ook gezegd als Thebe: 'We dragen dat als collectief.' Dus we kijken niet meer naar de schaal van het eigen organisatieonderdeel, maar we gaan naar het collectief kijken. Over de hele breedte van Thebe is het een absolute winst.

VO: Al met al een zeer succesvol werkbezoek waarin praktijk en beleid met elkaar werden verbonden.

♪ SNEL REPETEREND DEUNTJE ♪

In beeld: Logo Rijksoverheid. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Zorg. IZA-werkgroep hybride zorg op bezoek bij Thebe.